HDPE-buis voor water installatie stelt wel enkele speciale eisen bij extreme weersomstandigheden. Hoewel HDPE-buizen een betere koude- en hittebestendigheid hebben dan andere soorten buizen, kunnen extreme klimaten (zoals extreem lage temperaturen, hoge temperaturen of hevige regen) enige invloed hebben op het installatieproces. Hier volgen enkele van de belangrijkste overwegingen en speciale vereisten:
In koude omgevingen (zoals gebieden met temperaturen onder 0°C of zelfs onder nul) zullen de flexibiliteit en het constructieproces van HDPE-buizen worden beïnvloed. Specifieke vereisten zijn onder meer:
Bij lage temperaturen zal de taaiheid van HDPE-buizen afnemen en zullen de buizen kwetsbaarder worden en vatbaarder voor scheuren of breken tijdens de constructie. Om dit te voorkomen dienen de buizen tijdens de bouw bij een bepaalde temperatuur opgeslagen te worden, bij voorkeur boven de 5°C.
Om een soepele installatie van de leidingen te garanderen, kan verwarmingsapparatuur worden gebruikt om de leidingen voor te verwarmen in omgevingen met lage temperaturen. De voorverwarmingstemperatuur wordt over het algemeen geregeld tussen 10°C en 25°C, wat de flexibiliteit van de leidingen kan herstellen en het risico op scheuren kan verminderen.
Omdat lage temperaturen de leidingen kwetsbaarder maken, dient u tijdens de constructie het scherp buigen van de leidingen te vermijden om de buigradius te verkleinen die scheuren kan veroorzaken. Tijdens de constructie moet een passende behandeling worden uitgevoerd in overeenstemming met de ontworpen buigradius van de buizen.
Nadat de pijpleiding is geïnstalleerd, moet deze worden afgedekt met opvulgrond of moeten er zo snel mogelijk tijdelijke beschermingsmaatregelen worden genomen om te voorkomen dat de pijpleiding te lang wordt blootgesteld aan lage temperaturen, waardoor de broosheid van de pijpleiding toeneemt.
Bij warm weer, vooral als de temperatuur boven de 30°C of hoger ligt, moet bij de aanleg van HDPE-leidingen ook speciale aandacht worden besteed aan de volgende punten:
In omgevingen met hoge temperaturen zullen HDPE-pijpleidingen uitzetten en zachter worden. Tijdens de constructie moet rekening worden gehouden met de thermische uitzettingscoëfficiënt van de pijpleiding, en tijdens de installatie moeten er voldoende openingen in de pijpleiding worden aangehouden om schade aan de pijpleiding of problemen bij de verbinding als gevolg van thermische uitzetting te voorkomen.
Bij constructie onder hoge temperaturen moet speciale aandacht worden besteed aan de hotmeltverbinding en elektrische smeltverbinding van de pijpleidingverbindingen. Vanwege het thermische uitzettingseffect kunnen spanningsconcentratieproblemen optreden bij de verbindingsdelen. Daarom moet overmatige verwarming of oververhitting tijdens de constructie worden vermeden om de stabiliteit van de smeltlijmverbindingen te garanderen.
HDPE-pijpleidingen zijn bij warm weer gevoelig voor ultraviolette straling en langdurige blootstelling kan veroudering van het pijpleidingoppervlak en verslechtering van de prestaties veroorzaken. Tijdens de bouw wordt aanbevolen om de pijpleiding zo snel mogelijk na installatie op te vullen of af te dekken om schade aan het pijpleidingoppervlak door direct zonlicht te voorkomen.
Bij regenachtig en sneeuwachtig weer worden de bouwomstandigheden ernstiger en moeten de volgende punten in acht worden genomen:
Bij regen- en sneeuwweer kan de bouwgrond glad worden, wat de kans op ongevallen tijdens de bouw vergroot. Het is noodzakelijk om de veiligheid van de bouwplaats te garanderen, zoals het nemen van antislipmaatregelen om de veiligheid van bouwvakkers te garanderen.
Tijdens de aanleg op regenachtige dagen wordt het oppervlak van de pijpleiding gemakkelijk vervuild door vocht, wat de verbindingskwaliteit van de pijpleiding aantast. Daarom moet de pijpleiding vóór installatie droog worden gehouden en moeten las- en elektrische smeltwerkzaamheden bij regen en sneeuw worden vermeden. Indien installatie in regen en sneeuw onvermijdelijk is, dienen zoveel mogelijk tijdelijke afschermingsmaatregelen te worden genomen om te voorkomen dat vocht in het aansluitdeel terechtkomt.
Na zware regenval of hevige sneeuwval kan de vochtigheid van de opvulgrond hoog zijn, wat de stabiliteit van de HDPE-leiding op lange termijn en de verdichting van de grond beïnvloedt. Daarom is het noodzakelijk om bij het opvullen van de grond aandacht te besteden aan het bodemvocht, ervoor te zorgen dat de opvulgrond gelijkmatig kan worden verdicht en verplaatsing of beschadiging van de pijpleiding in de opvulgrond als gevolg van overmatig vocht te voorkomen.
Als de constructie wordt uitgevoerd in koude seizoenen of na sneeuw, vooral bij ondergrondse installatie, moeten antivriesbeschermingsmaatregelen voor de pijpleiding worden overwogen. Voorkom dat waterleidingen ondergronds bevriezen door ze af te dekken met isolatiemateriaal of door speciale isolatiebuisontwerpen toe te passen.
Door deze maatregelen kan de stabiliteit en lange levensduur van HDPE-buizen onder diverse extreme weersomstandigheden worden gewaarborgd.